Informatieavond geitenboerderij Rossum/Hurwenen

Datum: 19-12-2018

Geschreven door Hans ter Heege, dorpsraad Rossum.

Inwoners van Hurwenen en Rossum hebben verontrust gereageerd op de vergunningverlening door de Raad van State voor de uitbreiding van de geitenboerderij van Alexander van der Schans.
De uitbreiding is gepland tussen de huidige boerderij aan de Molenstraat in Hurwenen en de H.C. de Jonghweg in Rossum.

De dorpsraden van Hurwenen en Rossum hebben voor de bewoners een informatieavond georganiseerd. Deze avond werd gehouden op woensdagavond 19 december 2018. In dorpshuis de Parel te Rossum. Aanvang 20.00 uur.
Ruim 200 aanwezigen bezochten deze informatieavond. Antoon van den Heuvel (dorpsraad Rossum) leidde de bijeenkomst.

Inhoudsopgave:
Introductie
Sprekers
GGD Vragen
van der Schans Vragen
Stichting Gezond en Fris Vragen
Wethouder De Vries Vragen
Slot
Presentatie GGD
Film geitenboerderij
Film Stichting Gezond en Fris


De introductie
In de introductie gaf Antoon het doel van de avond aan: ‘Wij zijn als dorpsraden geen partij in de discussie. Het gaat ons erom de bewoners van Hurwenen en Rossum over de kwestie van de geplande geitenstal te informeren.’
Antoon sloot af met de opmerking dat het de bedoeling was ‘een voor iedereen veilige bijeenkomst’ te hebben. Om die reden is ervoor gekozen alleen de schrijvende pers tot de avond toe te laten.
Inhoudsopgave.


De sprekers
De volgende sprekers waren aanwezig:
Jolanda Hoefnagel en Anoek Besselink van de GGD Gelderland Zuid uitgenodigd.
Alexander van der Schans, de ondernemer die een nieuwe geitenstal wil bouwen.
Peter Aben, betrokken bij de nieuw opgerichte stichting Gezond en Fris Hurwenen en Rossum, die sprak namens ‘bezorgde burgers’.
Hoewel de gemeente Maasdriel in de persoon van wethouder De Vries de info-avond aanvankelijk niet wilde bezoeken, besloot hij ter elfder ure toch aanwezig te zijn. Ook hij kreeg de gelegenheid de aanwezigen toe te spreken, om daarmee informatie vanuit het standpunt van de gemeente te geven.
Inhoudsopgave.


GGD
Jolanda Hoefnagel is arts met als deskundigheidsgebied de bestrijding van infectieziekten, zoals Q-koorts. Zij is deskundige op het gebied van – onder meer – de overdracht van ziekten van dier op mens, zoals Q-koorts er een is. Het blijkt dat 40 % van de met Q-koorts geïnfecteerde patiënten ook daadwerkelijk klachten krijgen. Bij de overigen, dat is de meerderheid van de geïnfecteerden, ruimt het lichaam de ziektekiemen op zonder dat men daar iets van merkt. De klachten die men heeft, doen veelal aan griep denken. In ernstige gevallen leidt de Q-koorts tot long- of leverontsteking.
2 % van de geïnfecteerden krijgt chronische Q-koorts. Die komen niet van deze ziekte af. Het komt voor bij een verlaagde afweer en kan leiden tot een ontsteking van een hartklep of de aorta.
In Nederland zijn in 2009 meer dan 2000 besmettingen gemeld. Naar verwachting waren er veel meer patiënten, maar die zijn niet bekend bij de GGD omdat niet bij iedereen bloedonderzoek is gedaan. Het aantal besmettingen was vooral in de zomer hoger dan in andere jaargetijden, wat veroorzaakt werd door het ‘lammeren’ van geiten en schapen. Bevallingen verhogen de kans op besmetting met Q-koorts aanmerkelijk.
Er zijn door de overheid, na de grote uitbraak van de Q-koortsbesmetting in 2009, enkele maatregelen genomen. Men onderzoekt nu middels testen de melk die in tanken wordt opgeslagen op Q-koorts bacteriën en men is overgegaan tot het preventief vaccineren van geiten. Daardoor wordt een nieuwe uitbraak van Q-koorts voorkomen. Er zijn de laatste jaren in Nederland geen boerderijen meer waar Q-koorts heerst onder de geiten.
Een geval van Q-koorts moet (door de behandelend arts of het laboratorium waar het bloedonderzoek heeft plaats gevonden) bij de GGD worden aangemeld. De GGD gaat vervolgens na waar de besmetting vandaan komt, of waar die heeft plaats gevonden. In Maasdriel is er in de laatste vier jaar geen Q-koorts bij de GGD gemeld. Het lijkt erop dat het probleem van de infectieziekte Q-koorts in Nederland nu achter de rug is.

Anoek Besselink is als milieugezondheidskundige deskundig op het gebied van de relatie tussen milieu en gezondheid. Zij houdt zich bezig met de invloed van veehouderijen op de gezondheid van omwonenden. Zij baseert zich daarin op onderzoek dat door het RIVM is gedaan. Zij adviseert overheden over gezondheidskwesties, maar bepaalt zelf geen beleid. Die taak ligt bij de overheden zelf.
Er zijn verschillende factoren die risico’s opleveren en te maken hebben met de intensieve veehouderij. Zoals geurbelasting (ammoniak, of diereigen geur) en luchtwegklachten door de uitstoot van fijnstof. In 2016 is er door het RIVM in Oost Brabant en Noord Limburg een grootschalig onderzoek gedaan naar deze zaken. Dit onderzoek is betrouwbaar en wordt door de GGD als bron voor haar adviezen gebruikt. Er zijn enkele conclusies uit dit onderzoek te trekken. Met betrekking tot veehouderijen blijkt dat mensen die in de buurt van een stal wonen minder dan elders last hebben van astma, maar dat COPD-klachten meer en ook in ergere mate voorkomen. Tot een afstand van 2 kilometer van geitenstallen is er sprake van een verhoogd risico op longontsteking. Hoe dat komt, is niet duidelijk.
De GGD geeft het advies bij om uitbreidingen van dorpen en steden of bij nieuw geplande wijken een afstand van tenminste 250 meter tot een veehouderij in acht te nemen. Op die afstand zijn de concentraties fijn stof en micro-organismen in de lucht het hoogst. Voor de veehouderij zelf adviseert men om de uitstoot van fijn stof en geur naar de lucht zo veel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld door de lucht met luchtzuiveringsinstallaties te zuiveren.
Inhoudsopgave.


Vragen aan de GGD

Welk risico is er als je binnen de straal van 250 m van een veehouderij woont? Is daar nader onderzoek naar gedaan?
In het onderzoeksrapport van het RIVM uit 2016 wordt naar deze afstanden en berekeningen verwezen.
Zijn de huisartsen alert op het vaststellen van Q-koorts?
Dit blijkt geen waterdicht systeem te zijn. Als je met een hoestje naar de huisarts gaan, wordt dit meestal niet onderzocht. En soms wordt de patiënt met griepklachten naar huis gestuurd met de boodschap dat het vanzelf weer over gaat. Er wordt geen onderzoek naar mogelijke Q-koorts verricht als de behandelende arts meent dat er geen indicatie voor is. Het aantal patiënten kan dus beduidend groter zijn dan in de statistieken vermeld wordt.
Er zijn zorgen over toename van het aantal COPD-patiënten in de buurt van veehouderijen. Een longfunctie-test brengt uitsluitsel. Via de huisarts kan dit worden geregeld. Mensen met longklachten doen er goed aan naar de huisarts te gaan.
Zijn grote bedrijven ‘gevaarlijker’ dan kleine?
Het ligt niet aan de bedrijfsgrootte, maar aan het aantal ‘bevallingen’ dat er op een bedrijf plaats vindt. Veel bevallingen leveren een hoger risico op Q-koorts op.
Het crisismanagement lijkt zwak als het gaat over de overdracht van ziekten van dier op mens. Artsen, dierenartsen, de GGD, gemeenten en het Ministerie lijken langs elkaar heen te werken.
Dit wordt door Jolanda onderschreven: er is de laatste jaren op landelijk niveau veel verbeterd, maar er is ‘op de werkvloer’ nog veel te verbeteren. Alles valt of staat met de alertheid van de huisarts.

Inhoudsopgave.


Van der Schans
De veehouder Van der Schans laat een kort filmpje zien waarmee hij tot uitdrukking brengt hoe hij in zijn bedrijf werkt. Dit leidt later tot een compliment van een dierenarts onder de aanwezigen. Er komen in het filmpje ook zaken voor als voeropslag, de recycling van restvoer en dergelijke. De aangevraagde staluitbreiding is beoogd op een bestaand gedeelte van het bedrijf, waar nu het voer ligt opgeslagen. Het straatbeeld verandert niet door het realiseren van de aanvraagde uitbreiding.
Inhoudsopgave.


Vragen aan van der Schans

Hoe reageert hij op het verhaal van de GGD?
Het RIVM-rapport geeft geen eenduidige relaties tussen een geitenstal en het ontstaan van gezondheidsklachten. De risico’s zijn tot nu toe onduidelijk. Wil je dit weten, dan is er aanvullend onderzoek nodig.
Wat gaat hij doen om bijvoorbeeld de emissie van fijnstof te voorkomen? Welke preventieve maatregelen neemt hij daartegen?
De aanleg van windsingels is denkbaar. Het meeste effect zullen luchtfilters hebben. In de nieuw te bouwen stal zal ook een betere luchtbehandeling worden geïnstalleerd. Hij laat zijn geiten al sinds 2007 inenten, om de risico’s te verminderen. Het bedrijf wordt jaarlijks, op onverwachte momenten, door controleurs bezocht.
Waarom wil hij steeds maar groeien? Waarom is hij niet tevreden met de goede boterham die hij nu heeft?
Hij schetst in grote stappen hoe het is gegaan. Elk bedrijf – niet alleen in de agrarische sector – ontwikkelt zich. Zo werkt hij aan een goede toekomst voor het bedrijf, met behoud van haar bestaansrecht. Hij heeft in 2002 zijn eerste plan om zijn bedrijf te vergroten aan de gemeente voorgelegd. Na jaren van overleg en na ettelijke veranderingen en aanpassingen werd de vergunning in 2006 verleend. In 2009 werd er bovendien een milieu-vergunning voor afgegeven. Daarna is in 2016 en 2017, in nauw overleg met de gemeente, voor een andere locatie aan de Schoofbandweg gekozen. Terwijl de oude vergunning er nog lag, kondigde de provincie Gelderland een bouwstop voor grote (geiten)stallen af. Hij wil duidelijk maken dat zijn voorkeur uitging naar een bedrijf aan de Schoofbandweg. Maar dat is nu een gepasseerd station. De gemeente Zaltbommel zag de ontwikkeling van haar megagrote industrieterrein, vlak bij het beoogde geitenbedrijf gelegen, in gevaar komen en heeft de ontwikkeling van dit plan van Van der Schans voorkomen.

Stel je plannen uit en wacht op de helderheid van nieuw onderzoek, stelt de laatste vragensteller. Dan wordt het duidelijk wat de gezondheidsrisico’s zijn en kun je de omwonenden misschien gerust stellen.

Tenslotte: de gemeente lijkt een zwalkend beleid te hebben gevoerd. Op zich lijkt ook Van der Schans daar slachtoffer van. Maar de grootste slachtoffers zijn toch de omwonenden. Het is geen vraag, maar een stelling die een van de aanwezigen naar voren brengt.
Inhoudsopgave.


Stichting Gezond en Fris
Na zijn oproep, aan de aanwezigen gericht, om zich aan te sluiten bij de Stichting, laat ook hij de aanwezigen een filmpje zien. De provincie Noord Holland vindt dat voor die hele provincie
10 000 geiten genoeg is, maar tussen Hurwenen en Rossum wordt één enkel geitenbedrijf gevestigd met 13 000 geiten. Dit plan conflicteert in ieder geval met het dierenwelzijn. Veel geiten produceren ook veel mest. Dat moet allemaal afgevoerd worden. Meer luchtweg-aandoeningen bij de bevolking zijn het gevolg. ‘Wat komt er op ons af met deze intensieve veehouderij?’ De afstanden van het bedrijf tot allerlei plaatsen in de twee kernen is gewoon te klein. De bevolking maakt zich zorgen. De gemeente moet aan dit plan geen medewerking verlenen en de nodige vergunningen weigeren. Zij moet achter haar bevolking gaan staan. De bevolking voelt zich nu door de gemeente in de steek gelaten.
De Stichting maakt zich op om namens haar leden druk uit te oefenen op de gemeente om deze geitenstallen uit het dorp te weren en de huidige ontwikkelingen te bevriezen. Door haar twijfelachtige opstelling, neemt de gemeente haar verantwoordelijkheid tegenover de bevolking niet.
Inhoudsopgave.


Vragen aan Stichting Gezond en Fris

Er zijn veel meer industrieën dan alleen de agrarische, die gevaarlijke stoffen uitstoten. Doet de Stichting daar ook wat tegen?
Dat is wel de bedoeling. Dit dossier is echter al behoorlijk complex. De Stichting wil beter beslagen ten ijs komen door juridische hulp in te roepen. Maar haar zoektocht naar een jurist die van wanten weet, verloopt uiterst moeizaam.

Inhoudsopgave.


Wethouder De Vries
De gemeente Maasdriel is door de laatste spreker en door verschillende vragenstellers op haar beleid aangesproken. Wethouder De Vries staat voor het beleid van het College van Maasdriel, ook al zit hij nog slechts kort in het college.
B&W zijn niet doof voor signalen uit de bevolking, maar ze moet afgaan op de feiten zoals die er liggen. Een feit is dat er vergunningen zijn afgegeven. De oude vergunning is van rechtswege verleend. Als we dit feit negeren, komen er zonder twijfel schadeclaims en zit de gemeente in groet problemen, ook financieel. Nu zijn we daar niet gelukkig meer mee. Het heeft ons in de problemen gebracht, want ook wij willen geen uitbreiding meer van intensieve veehouderijen. De gemeente Maasdriel heeft een extern advocatenbureau gevraagd om een rapport samen te stellen. Dit rapport komt binnenkort uit. Het moet ons inzicht geven in de mogelijkheden die we hebben.
Inhoudsopgave.


Vragen aan wethouder De Vries

Wordt het geitenbedrijf door de gemeente ook onaangekondigd gecontroleerd?
Ja, is het antwoord. Misschien leidt een moreel appel op de ondernemer tot een bevredigende oplossing.
Van der Schans: Wij hebben deze situatie ook niet gewild! Wij wilden ver van de dorpskernen blijven met onze uitbreiding. Is de luchtkwaliteit nu niet veel problematischer dan als we onze plannen aan de Schoofbandweg hadden kunnen uitvoeren? Hoe staat het met de luchtkwaliteit van een industrieterrein, met die megagrote orderbedrijven dat nu is verrezen in het oosten van de gemeente Zaltbommel?
Is het dilemma van de gemeente Maasdriel in wezen niet de keuze tussen schadeclaims van ondernemers of claims van inwoners voor onbehoorlijk bestuur?
De gemeente Maasdriel heeft vergunning gegeven voor gesloten stallen,maar het zijn tot nu toe open stallen.
Wordt er wel op de juiste manier gehandhaafd?
Er werd geen concreet antwoord gegeven.

Inhoudsopgave.


Tot slot
De voorzitter van de bijeenkomst concludeert dat de avond uitstekend is verlopen. Er is goed naar elkaar geluisterd. De bal ligt nu bij de gemeente: wat doet die?
In hoeverre komt de gemeente tegemoet aan de wensen van een groot deel van de bevolking?
Wordt vervolgd!
Inhoudsopgave.